‘En dan’, zei ze,
‘zijn er nog een paar mensen die ik nooit zie.’
Ik zei niks en snapte dat.
We keken naar het scherm,
de mensen in de zaal,
een plek waar we ooit nooit dood gevonden zouden worden.
Inmiddels hielden we er andere standaarden op na.
Levend kon.
‘En dat zijn toch vrienden.’
Ik knikte. Niemand die het zag.
Een reclame, iets over een bioscoopbon,
vliegreisjes naar de zon.
In mijn vliegreis winterde het.
Dwarrelend, gestaag,
de sneeuw bleef maar liggen,
liefde vlokte door mijn hart.
© Riekie Weijman
Geef een antwoord