‘Je weet dat het komt, maar je erop voorbereiden kun je nooit.’ Ze staarde in haar glas. Terneergeslagen.
‘Dan nemen we toch geen afscheid’, mompelde hij. Zijn ogen lichtten even op van zijn eigen idee. Toen zij niet opkeek, glimlachte hij subtiel. Een lolletje met zichzelf, terwijl hij hier echt niet voor de lol zat.
‘Je bedoelt gewoon weglopen?’
‘Ik bedoel gewoon blijven.’
Ze zuchtte.
Hij zuchtte ook.
Geef een antwoord