‘Je moet het niet doen als het aan de takken hangt’,
zei hij, terwijl hij met het gras speelde.
Ik keek op.
‘Want dat wordt zo dor.’ Hij bewoog kort een wenkbrauw.
‘Ik, …’ begon ik.
‘Ja. Maar rust is geen inspiratie.’ Langzaam vouwde hij ons picknickkleed op.
Hier en daar veegde hij wat zand naar de grond.
Traag keek ik naar de boom achter hem, die er in mijn ogen best hip bij stond.
Meebewegen
Het jaar diende zich onontkoombaar en
een tikje dwingend aan
zoals elke eerste januaridag,
maar eigenlijk gingen we gewoon door
waar we gebleven waren.
Ik nam me voor
dat mijn woord dit jaar
meebewegen zou zijn,
of misschien is dat
retrospectief
een wens.
Van de 365 dagen
had ik er zeker tweehonderd haast,
maakte ik me een keer of vijftien kwaad
en wist ik vaak niet goed
wat er precies van me werd gevraagd.
En er kwamen mensen
op een lijstje-dat-ik-niet-wilde te staan.
Zij verlieten de aarde.
Als ik het nu eens opnieuw mocht zeggen,
dan zou ik zeggen
dat het meer over hordenlopen
is gegaan.
Groen
Lang nadat ik gezegd had
dat de bloemen begonnen te verwelken
de planten te droog stonden
en er geen appels meer aan de boom groeiden,
stond hij op het pad.
Laarzen aan, handen in de zakken.
‘Ik kom onkruid wieden.’
Hij haalde zijn schouders op.
‘Soms is het beter….’
Ik gooide de voordeur open en liep voor hem uit.
‘om de boel eerst te laten verdorren
en pas dan…’
mompelde hij nog
terwijl hij volgde naar de tuin.
Verlaten
Ze zag de groep net nog, in de verte stonden ze bij een etalage te kijken.
Zij was doorgelopen. Het strand op, de mooiste schelpen waren alvast voor haar.
Ze dacht aan de paddenstoelenkroketten die ze straks ging bestellen.
Nog een schelp, nog een schelp.
Toen ze omkeek was de groep weg.
Ze was iets te ver afgedwaald.
Verraad
Het klapt, het klapt,
het klapt
van honderd stemmen en overtuigingen
uit elkaar.
Hier klap ik voor,
en hier klap ik tegen.
In de nacht
wordt er in mijn hoofd gepraat
over alles wat ik wens
en ook wat ik wil zeggen,
het ratelt en het ratelt,
in rondjes en rechte lijnen
door elkaar.
Het klapt, het klapt,
maar het regelt overdag
goddank of misschien
ondanks dat
dat het mijn angsten niet verraadt.
Spinnenwebben
Dat er spinnenwebben
in de kast met koffiekopjes waren ontstaan
gaf wel te denken
dat de plannen dromen waren geworden
en de dromen herinneringen
aan dagen waarop alles mogelijk was.
Afrika
Ik weet nog dat de geur onmiskenbaar was,
het rood, het stof, de geur van gele strepen zon
en schaduwen daar tussenin.
Ik mis het schatzoeken
van het reizen in een ver warm land
waar je plots door de regen wordt verrast
waar je plots door de tijd wordt verrast
de vertragende zin.
Het meeste beleef je pas achteraf
als je nog eens om die ene blunder lacht
als je het ritme voelt
het sprongetje van je hart.
Alles is gedaan
Je zou kunnen zeggen dat het allemaal wel wat vrolijker had gekund.
Dat de vogels wel wat hoger hadden mogen vliegen,
de appeltaart een vollere smaak
en dat de kaarten een ander verhaal hadden verteld
als ze beter waren geschud.
Maar de zee golfde en gaf.
Ze verdubbelde de zon
straalde kilometers rond
en waste de tranen af.
De aarde vroeg
‘ben je er nog?’,
losgewoeld, de zenuw nog maar net onder de grond,
de oogst zowel bitter als zoet.
En ook de andere elementen
brachten hun deel.
De lucht tilde aan het geheel
iets minder zwaar,
het vuur gaf de boel soms een hens dit jaar
en de ether stond al die maanden aan.
Alles was gegeven.
Alles wat moest, was gedaan.