Ze heeft de lenigheid van moeder,
en de boosheid van vader,
maar van wie heeft ze het toch,
vragen ze,
we herkennen niets
in ons
van dat tegendraadse.
Nou van de mensen,
van de waarden,
en alles wat zij hebben meegedragen.
Van het gras dat altijd groener is
bij opa op het platteland
en van de steden
waar ze het altijd beter weten.
De uitgetreden familieleden
met hun onvervulde wensen.
Van de overtuigingen
en verbuigingen
de erfenis naar het onvermijdelijke achterland
Van de acht,
het eeuwige van de acht
die zich weerspiegelt in de generaties
en altijd in beweging is
naar hetzelfde aan de overkant.
Geef een antwoord