Niemand zei iets. Toch waren de meningen te horen in het gedender van de stilte.
De stilte van zes mensen die allen een ander doel voor ogen hadden.
Allemaal een goed doel. Maar een ander doel.
Een doel, of een droom die oppopte als ze ’s nachts in bed lagen en in het zwart beseften dat ze zich weer de kaas van het brood hadden laten eten.
Niet voor iets slechts, dat was het niet.
Maar de kaas van het brood eten, dat was het wel.
Stellig beloofden ze zichzelf
om morgen
na vandaag
hun eigen doel
heilig te verklaren.
Geef een antwoord