‘En waarom doe je dat nu dan niet?’ Ze kriebelt hem even over zijn krullenhoofd en slaat haar benen over elkaar.
‘Wat?’ Hij buigt wat naar beneden, en slaat zijn ogen op. Met zijn slanke rug en zijn kromme schouders lijkt hij te groot voor de stoel waarop hij zit.
‘Je dromen najagen.’ Ze neemt een trekje van haar sigaret. En ze vraagt zich af wie dat eigenlijk nog doet, roken.
‘Mijn dromen najagen.’ Hij kijkt naar de grond. Zij tikt de as van haar sigaret. ‘Ik heb maar één droom. Maar die kan ik wel najagen, misschien.’
‘Ja, misschien. Misschien wel in het nieuwe jaar.’
Geef een antwoord