Het jaar diende zich onontkoombaar en
een tikje dwingend aan
zoals elke eerste januaridag,
maar eigenlijk gingen we gewoon door
waar we gebleven waren.
Ik nam me voor
dat mijn woord dit jaar
meebewegen zou zijn,
of misschien is dat
retrospectief
een wens.
Van de 365 dagen
had ik er zeker tweehonderd haast,
maakte ik me een keer of vijftien kwaad
en wist ik vaak niet goed
wat er precies van me werd gevraagd.
En er kwamen mensen
op een lijstje-dat-ik-niet-wilde te staan.
Zij verlieten de aarde.
Als ik het nu eens opnieuw mocht zeggen,
dan zou ik zeggen
dat het meer over hordenlopen
is gegaan.
Geef een antwoord