Met gesloten ogen zie ik
hem zitten, op een bankje
bovenaan de trap.
Hij glimlacht.
Ogen blauw,
prachtige rimpels, leven,
muziek, stilstand en beweging.
Vroeger keek hij bezorgd,
vroeg zich wijze dingen over mijn welzijn af.
Nu niet.
Al een tijdje niet.
Hij weet dat ik wandel.
De oversteek maak,
zes keer struikel
en zij het gehavend
toch weer sta.
Hij laat me begaan.
Hij glimlacht.
Hij glimlacht
en weet dat ik
niet meer nodig heb
dan dat.
© Riekie Weijman
Geef een antwoord