Het shirtje viel galant om haar flanken
het haar er soepel achteraan
en verder had ze niets nodig
want ze liep niet,
op die flip-flops van ‘r.
Het was meer
er zijn.
Een stap nam ze
en even deinsde ze
terug
naar voren, ze lachte.
“Wil je, …”
en toen haperde ze.
En in die minuscule beweging zag hij het.
De vonk in haar ogen
een subtiele glinstering,
en hij zag ook
dat ze het zelf niet wist.
Of vergiste hij zich.
Hij haperde even terug
toen hij in haar voorbijgaan
de wind langs zijn wang voelde waaien.
© Riekie Weijman. Meer lezen? Klik hier voor alle berichten, of hier voor enkel de postergedichten.
Geef een antwoord