Hoewel de nazomerse temperatuur- en vochtmeter Aziatisch benauwd uitslaat, is bij mij het terugkijken begonnen. Terugkijken van de film die een warme zomer heet, kijken naar de eerste acht maanden van 2014 en terugkijken op een jaar waarin veel veranderde. Ik verloor de liefde, en vond wat óók liefde was. Ik zocht een huis en de wind bracht mij een nieuwe baan. Ik begon met een studie die mij volledig binnenstebuiten keert, ik ging na honderd jaar weer eens op wintersport en ik nam afscheid van een vriendschap. Ik leerde wat afhaken is. Nooit was ik ergens afgehaakt en ik ervoer hoe bevrijdend dat is. Ik vond iemand terug waarvan ik besloten had dat ze nooit bij me zou horen. Nooit. Maar toen was daar de perfecte stilte; de stilte die zei dat het goed was terwijl ze naast me in de auto zat. Wie had dat ooit gedacht.
Ik begon en ik eindigde, ik eindigde en ik begon. Niet op 31 december, en niet op 1 januari. De eindes en de beginnen liepen dit jaar door elkaar.
Het starten en afscheid nemen creëerde zoveel lucht dat ik voelde dat ik grote stappen zette en soms werd me dat teveel. Dan ging ik hangen aan de bevestiging van anderen, terwijl ik diep in mijn hart wist dat ik dat niet nodig had. Ik voelde mezelf zoeven, op de meest linker rijstrook van een Duitse Autobahn. Ik voelde me meer een ziel dan een mens. Ik voelde me geluid, beweging, ambitie en taal. Maar de auto waarin ik zoef voelt zo groot; ik rijd altijd in van die kleine kachelbakkies die het halverwege nét niet begeven. Ik ben niet gewend aan automatische ramen en al helemaal niet aan dit formaat.
Ze zei dat alle puzzelstukjes op hun plek gingen vallen, toen ik advies vroeg aan de meest wijze vrouw die ik ken.
Daarover mijmer ik nu al drie maanden.
‘Maar’, zei ze, ‘jij gaat het ook nog zwaar krijgen’.
Dus aan mijn muur hangt sinds gisteren een nieuw schilderij.
‘Kom Kees, het is maar tijdelijk.’
© Riekie Weijman. Meer lezen? Klik hier voor alle berichten.
wat mooi Riekie!