‘Ik kan het wel onder het tafelkleed vegen?’
Sascha kijkt op, terwijl ze met haar vingers een bierviltje verkruimelt. ‘Hoe bedoel je?’
‘Dat je weggaat. Ik kan doen alsof het er niet is. Dat je weg bent.’ Ongemakkelijk kijkt hij naar zijn thee.
‘En terwijl je niet wacht, als ik er niet ben, dan laat je de tijd aan je voorbij gaan?’
‘Ik denk het. Tot je weer terug bent.’
Bijna onzichtbaar schudt ze nee. En ze glimlacht even.
Meer lezen? Klik hier voor alle berichten.
Geef een antwoord